Het eerste jaar van mijn dienstverband heb ik me regelmatig verwonderd over de mensen die ik in de organisatie tegenkwam. Medewerkers die al jarenlang bij deze werkgever werkten, niet van plan waren om weg te gaan en letterlijk aftelden naar hun pensioen. En dat kon je zien. Het straalde van de gezichten af. Als ik collega’s tegenkwam op de gang dan kon er bij wijze van spreken amper een gedag vanaf. In die eerste periode heb ik me dan ook echt afgevraagd waar ik terecht was gekomen en wilde ik zo snel mogelijk op zoek naar een andere baan.
Ik zag echter wel mogelijkheden bij deze werkgever. Want het was lekker dichtbij, en ik wilde na mijn opleiding heel graag ervaring opdoen en doorgroeien naar de functie van personeelsadviseur. Het was een veilige werkgever, met een stabiel inkomen en volop mogelijkheden om te ontwikkelen. Dus ik bleef, nog 20 jaar!
Hoe kan het toch, dat ik zó verbonden was aan deze werkgever dat ik – na dat eerste jaar – nooit meer de vrijheid heb gevoeld om mijn eigen weg te gaan?
Verbonden inderdaad. Of noem het trouw. Of loyaliteit.
Vanuit mijn persoonlijkheid voldoe ik graag aan de verwachtingen van anderen. Ik ben loyaal. Ik verbind mij aan anderen en in dit geval dus ook aan de werkgever. Na dat eerste jaar was ik zodanig gecommitteerd aan het gemeenschappelijke doel van de organisatie dat ik dat plaatste boven mijn eigen belangen. Het werd steeds moeilijker om daar uit te breken. Om eigen keuzes te maken.
Zelf zag ik ook niet meer dat er nog een hele grote wereld buiten deze werkgever bestond. En ik had een levendige verbeelding wat er allemaal mis kon gaan als ik ook maar zou denken aan weggaan. Weggaan zou mijn zogenaamde veiligheid aan het wankelen brengen. De angst om wat er zou kunnen gebeuren hield mij op mijn plek. Ik vertrouwde niet meer op mijzelf. Blijkbaar was ik dat onderweg ergens kwijtgeraakt.
Als ik terugkijk op de periode van dit dienstverband zie ik dat ik zocht naar zekerheid en veiligheid. Maar die zocht ik buiten mijzelf. Ik wilde tot een groep behoren, aardig gevonden worden en goedkeuring krijgen. Niets menselijks is mij blijkbaar vreemd. 😉 En daarom hield ik vast aan iets wat op een bepaalt moment niet goed meer voor mij was. Mijn werk was in de loop der jaren veranderd, ík was in de loop der jaren veranderd. Er werden dingen van mij verwacht waar ik niet meer achterstond. Mijn werk paste niet meer bij mij. Ik begon te klagen en zat de laatste periode niet goed in mijn vel. Het werd steeds urgenter om keuzes te maken.
Herken jij jezelf in dit verhaal? Ben jij ook loyaal ingesteld, waardoor je – misschien al te lang – bent blijven hangen bij een werkgever?
Wist je dat dit patronen zijn waar je uit kunt breken als je leert dat je op jezelf kunt vertrouwen? Zoals ik heb gedaan. Ik gun jou dat ook!
Wil je meer lezen over je comfort-zone en de angst om in beweging te komen? Download dan gratis mijn Ebook: ‘Iedereen trots op zijn werk!’.